-
1 get on
v. aan boord gaan; op de bus, trein of vliegtuig stappen (bv. "Ze stapte 40 minuten geleden op de bus)--------v. vooruitkomenget on1 vooruitkomen ⇒ voortmaken, opschieten5 oud/laat worden6 opstappen 〈 met betrekking tot paard, fiets〉 ⇒ opstijgen; instappen 〈 met betrekking tot bus, vliegtuig〉♦voorbeelden:get on with one's work • goed opschieten met zijn werkget on with it! • vooruit!he's getting on (in years) • hij wordt oudit's getting on for ten • het is bijna tien uurget on to someone • iemand contacteren, in contact treden met iemand; iemand op het spoor komen 〈 misdadiger〉get on with one's work • verder gaan met zijn werk〈 informeel〉 get on! • onzin!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:III 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
2 off
adj. gesloten; afgezegd; aan de kant (weg); vrij (vrije dag); aan de rechterkant van de weg--------adv. verder; weg; af--------interj. verder!--------n. dicht--------prep. van; opoff1[ of] 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 minder (goed) ⇒ slecht(er), teleurstellend♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:4 off chance • kleine/geringe kans4 van de baan ⇒ afgelast, uitgesteld5 weg ⇒ vertrokken, gestart6 uit(geschakeld) ⇒ buiten werking, niet aan♦voorbeelden:this sausage is off • dit worstje is bedorven3 a bit off • niet in de haak, niet zoals het hoort5 be/get off to a good/bad start • goed/slecht beginnen(be) off with you • maak dat je wegkomt6 the water is off • het water is afgesloten/niet aangesloten————————off2〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈 verwijdering of afstand in ruimte of tijd〉 verwijderd ⇒ weg, (er)af, ver, hiervandaan; 〈 dramaturgie〉 achter de coulissen2 〈 einde, voltooiing of onderbreking〉af ⇒ uit, helemaal, ten einde♦voorbeelden:chase the dog off • de hond wegjagenrun a few pounds off • er een paar pondjes afrennensend off a letter • een brief versturenfar off in the mountains • ver weg in de bergenoff with his head • maak hem een kopje kleineroff with it • weg ermeeoff with you • maak dat je wegkomtkill off • uitroeienturn off the radio • zet de radio af3 5% off • met 5% korting¶ off and on • af en toe, nu en danbe well/badly off • rijk/arm zijn————————off3〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting met betrekking tot een beweging; ook figuurlijk〉 van ⇒ van af, vandaan, verwijderd van2 〈 bron〉op ⇒ van, met, uit4 〈ligging met betrekking tot een plaats; ook figuurlijk〉van … af ⇒ naast, opzij van, uit♦voorbeelden:she fell off the chair • zij viel van de stoeltake your hands off me • hou je handen thuisit bounced off the wall • het ketste van de muur terugI bought it off a gypsy • ik heb het van een zigeuner gekochtI got this information off John • ik heb deze informatie van John gekregenlive off the land • van het land leven3 off duty • vrij (van dienst), buiten dienstI've gone off fish • ik lust geen vis meera house off the road • een huis opzij van de wegan alley off the square • een steegje dat op het plein uitkomta year or two off sixty • een jaar of wat onder de zestig -
3 weight
n. weegschaal; gewicht; gewicht(en), gewicht(jes) (om mee te wegen); vracht; een zware vracht (figuratief gesproken); belang; invloed; zwaartepunt--------v. bezwaren, belasten, zwaarder makenweight1[ weet]♦voorbeelden:his departure is a weight off my mind • zijn vertrek is een pak van mijn hart1 gewicht ⇒ gewichtsklasse, zwaarte3 grootste deel, hoofddeel ⇒ grootste nadruk♦voorbeelden:1 lose weight • afvallen, vermagerenput on weight • aankomen, zwaarder wordenover weight • te zwaarunder weight • te lichtwhat's your weight? • wat is jouw gewicht?of great weight • van groot belang/gewichtworth one's weight in gold • zijn gewicht in goud waard3 the weight of evidence is against them • het grootste gedeelte van het bewijsmateriaal spreekt in hun nadeel¶ carry weight • gewicht in de schaal leggen, van belang zijngive weight to • versterken, extra bewijs leveren voorlay weight on something • iets benadrukkenthrow one's weight about/around • zich laten gelden, gewichtig doen————————weight2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 weighted down with many parcels • beladen met/gebukt onder veel pakjes
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский